Zolang ik nog zal leven
“Blijf je niet te lang weg, schat... morgen om zes uur rijden, toch?”
“OK Jessie...” riep ik terug, voordat ik de voordeur achter me dicht trok. “Ben zó terug!”
In de supermarkt had ik mijn scheermesjes snel gekocht. Ik wilde weer naar buiten, toen ik opeens als versteend bleef staan.
Aan de andere kassa stond een vrouw een rolletje pepermunt af te rekenen. Ze borg haar portemonnee op, streek een lok van haar krullende blonde haar uit haar gezicht, draaide zich om en keek me aan met haar helderblauwe ogen.
Stilte... als in een stopgezette film.
“Erik...?”
Doen jullie het nog?
Natuurlijk gebeurt het niet meer zo vaak als vroeger, maar dat is OK. Ik hoef me er beslist niet voor te schamen, als ik de boys van de sportschool zo hoor. Fred doet het een keer per week, zeker als Feyenoord heeft gewonnen. Joop doet het als hij pizza heeft gegeten, en Dirk is pas drie maanden getrouwd. Joop eet ongeveer één keer in de twee weken pizza. Feyenoord is dit jaar kampioen geworden.