Gelijker dan anderen

Ellens huis staat in een van de betere buurten. Kennoba’s upperclass klit bij elkaar. Het kantoor gebruikt deze woning al jarenlang als tijdelijke behuizing. Expats moeten zich thuis voelen. En veilig. En kunnen genieten van het zwembad in de tuin, voor zover daarvoor nog tijd is. En netwerken met hun al even bevoorrechte buren. Ambassadeurs, bankiers en een handjevol advocaten.

Verderop in de straat staat een markunbiki, een soort kiosk gebouwd van vier palen, wat zeildoek en een zinken plaat. De buurtwinkel. Aspirine, bier, chocolade, muggenolie, sigaretten, vitaminepillen -  een greep uit het assortiment.

Mutombo, de eigenaar, is ernstig ziek. Ellen bezoekt hem in het ziekenhuis. Een bomvolle ziekenzaal. Klamme hitte, een penetrante geur van ontsmettingsmiddelen en transpiratie. Ellen weifelt. Dan stapt ze naar binnen. Bezoekuur. Vijfentwintig mensen in een zaaltje met tien bedden. Sommigen voeren patiënten meegebracht eten, anderen deppen het gezicht van de zieke met water. Verderop ligt een patiënt te kermen van ellende. Een ventilator blaast de bedompte lucht nutteloos rond.

In een hoek ligt Mutombo. Ellen herkent hem nauwelijks, hij herkent haar niet meer. Holle ogen staren in de verte. Naast hem zit zijn vrouw te huilen. Ellen geeft haar wat geld. Verzekeringen zijn zeldzaam en het ziekenhuis kost geld. Ook de laagste klasse.

Na een half uur stapt Ellen op. Ze wenst de familie sterkte, durft het woord ‘beterschap’ niet meer te noemen. Bij de kassier PINt ze geld voor een week op een kamer met airco, en voor de medicijnen. “God bless you, ma’am,” zegt de dokter zachtjes, terwijl ze haar hand op Ellens arm legt. “Hij zal sterven in vrede. Sterven zonder pijn.” Ellen kijkt in het geharde gezicht van de dokter, waarin ze haar ogen vochtig ziet worden.

***

Vroeg of laat is iedereen onvoorzichtig. Na een jaar in Kennoba, is het voor Ellen zover. Ze wordt naar het ziekenhuis gebracht. In de EHBO-kliniek, een uiterst professionele ruimte, weten ze wel raad met een voedselvergiftiging. Een dokter en drie verpleegsters omringen haar met alle zorg. Temperatuur, bloeddruk, bloedtest en maagonderzoek – allemaal binnen no time geregeld. Voor de zekerheid een infuusje. Nachtje overblijven in een ruime privé-kamer, voorzien van airconditioning, TV met movie channel, en internet.

De volgende ochtend voelt Elen zich al stukken beter. Haar maag protesteert nog even wanneer een verpleegster binnenkomt: What does Mrs. Ellen like for breakfast? Gebraden kip, een gebakken visje misschien? Nee, dank u. Gelukkig is er ook brood. Dan is het tijd om naar huis te gaan. Hier even tekenen alstublieft. Dat is het dan. De taxi staat klaar.

***

Gisteren heeft Ellen een paar blikjes drinken gekocht. Mutombo’s vrouw en dochter runnen de markunbiki nu. Voorzichtig gevraagd hoe het gaat. “It’s OK, ma’am.” Een traan. Life goes on

Jaja.

George Orwell schreef ooit over gelijkheid voor allemaal…

… maar sommigen zijn gelijker dan anderen.

Previous
Previous

Schelden doet geen zeer

Next
Next

Hello Kitty! Vette fiets!